Linter doet mee voor minder CO2

De klimaatopwarming is een feit. Als onze planeet nog 2°C opwarmt zijn de gevolgen voor mens en natuur onomkeerbaar. Om minder CO2 uit te stoten moeten ook wij actie ondernemen. In onze gemeente en daarbuiten. Doe mee voor minder CO2!

Samen voor minder CO2

Daarom tekenden de regeringsleiders in 2008 de Europese klimaatdoelstellingen uit, ook wel de 20-20-20-doelstellingen genoemd. De lidstaten leggen zichzelf daarmee een duidelijke opdracht op om tegen 2020 samen:

- minstens 20% van de uitstoot van broeikasgassen 
  terug te dringen;
- minstens 20% van hun energieverbruik duurzaam op
  te wekken;
- minsten 20% energie te besparen;

80% van het totale energieverbruik en de CO2-uitstoot heeft te maken met stedelijke zaken, zoals bebouwing en mobiliteit. Elke gemeente heeft dus een belangrijke rol te spelen in de strijd tegen de klimaatverandering.
Daarom werd door de Europese Commissie het Burgemeestersconvenant in het leven geroepen. Want alleen als alle lokale besturen, organisaties en hun inwoners meewerken, kunnen de doelstellingen behaald worden.

Linter gaat de strijd aan

Omdat het gemeentebestuur mee wil strijden tegen de klimaatverandering, ondertekende de gemeente Linter op 25 juni 2014 het Burgemeestersconvenant samen met 56 andere Vlaamse-Brabantse gemeenten. De gemeente heeft daarmee het engagement aangegaan om de CO2-uitstoot op haar grondgebied tegen 2020 met ten minste 20 % terug te dringen.
Europa heeft daarvoor een stappenplan als rode draad uitgewerkt, maar de gemeente bepaalt zelf welke maatregelen haalbaar en uitvoerbaar zijn, zowel ecologisch als economisch.

Stap 1: Nulmeting uitvoeren

Alle activiteiten die we als mens uitoefenen gaan gepaard met CO2-uitstoot. Een nulmeting brengt de
CO2-uitstoot van de voornaamste bronnen op het grondgebied van de gemeente in kaart. Met andere woorden: het geeft een beeld van waar we nu staat en waar we aan moeten werken.
De sectoren die instaan voor de grootste uitstoot zijn de huishoudens en het particulier en commercieel vervoer.
Dit betekent dat er vooral ingezet zal moeten worden op een verminderd energieverbruik van de huishoudens en dat er minder met de auto moet gereden worden. Maar alle andere sectoren mogen uiteraard niet opzij geschoven worden. Een beter en duurzaam klimaat beperkt zich niet alleen tot wat we thuis wel of niet doen en of we de auto laten staan of niet.
De gemeente wil inzetten op alle sectoren om zo onze doelstelling te behalen. Welke sectoren en hoe we dat gaan doen, zal in het klimaatactieplan omschreven worden.

Stap 2: Klimaatactieplan ontwikkelen

Het klimaatactieplan geeft weer wat de lange termijnvisie van de gemeente is. Het geeft een overzicht van de maatregelen die op korte en middellange termijn zullen genomen worden om het doel van 20% minder CO2-uitstoot tegen 2020 te bereiken. De ontwikkeling van het klimaatactieplan is niet alleen voor de gemeente. Werken aan een beter en duurzaam klimaat moeten we samen doen. Inwoners, verenigingen, scholen, bedrijven... kunnen hun steentje bijdragen.
Wilt u mee de uitdaging aangaan? Hebt u een idee voor een beter en duurzaam klimaat? Waar kunnen we iets aan veranderen? Wat kunt u of de gemeente doen? We horen het graag! Bezorg ons uw idee via mail naar luc.veldhaens@linter.be.

Stap 3: Uitvoering klimaatacties

Nadat de gemeenteraad het klimaatactieplan heeft goedgekeurd, moet het samen met de nulmeting bij de Europese Commissie ingediend worden en kan de uitvoering van het plan verdergezet worden.

Stap 4: Resultaten rapporteren

Leveren de maatregelen resultaten op? Meten is weten!

Elke twee jaar moet de gemeente een implementatierapport opstellen. Dit rapport toont de behaalde resultaten in een oogopslag, zowel de uitgevoerde maatregelen als de vermindering in CO2-uitstoot. Door de vooruitgang in het oog te houden, kan de gemeente de efficiëntie van haar klimaatplan meten en eventueel bijsturen. Deze rapporten gaan eveneens naar de Europese Commissie ter controle.